Om werkelijk te kunnen improviseren moet je, én goed voorbereid zijn én goed kunnen loslaten van wat je hebt voorbereid. Als ik Bouke vraag naar de overeenkomsten tussen jazzimprovisatie en faciliteren, noemt hij er 7.
1 Provocatieve kwaliteit
Durf patronen en gewoontes te doorbreken. Bouke: 'In mijn werk zet ik vaak humor in, bijvoorbeeld door iets onzichtbaars juist heel groot in te brengen.'
2 Omarm clashing notes
'Als je impoviseert op het podium is een clashing note soms te gek,' zegt hij. 'Is het fout? Feitelijk wel, maar het kan ook iets interessants opleveren. In groep geldt hetzelfde. Ik herhaal soms de frase met de 'clashing note' en daar reageren anderen ook op. Dat maakt het waardevol.'
3 Flexibele structuur
'Natuurlijk is structuur goed. Verschillende organisatorische vraagstukken vragen om een ander oplossing. Net als een latin nummer geen blues is. Alles dichtregelen met een strak proces levert niet altijd het gewenste resultaat op. Alsof bij ieder vraagstuk "hetzelfde liedje in de smaak valt". De basis kan vergelijkbaar zijn, voor de rest is het een kwestie van werken met wat er is.'
4 Dynamisch synchroniseren
'Het spel tussen individu en groep als totaal is een continue beweging. Binnen een team en binnen een band. Iemand soleert of werkt iets uit, maar uiteindelijk komt alles weer samen. Ik noem dat "dynamisch synchroniseren". Op die manier is er ruimte om je individueel te uiten en lever je ondertussen een sociale prestatie, met dialoog als middel.'
5 Vertrouw op de betekenis
'Je weet natuurlijk niet waar het heen gaat als je improviseert. Het vraagt een soort vertrouwen dat het wel goed gaat komen. Dat het wordt gewaardeerd. Sluit mooi aan bij het gegeven dat betekenisgeving toch pas na de actie komt.'
6 Community of practice
'Om als Facilitator ons werk te kunnen doen, is het essentieel om ons onder te dompelen. In jazz termen zou je kunnen zeggen dat je regelmatig moet rondhangen bij de “jazz cats”. Zo leer je de code, de kneepjes van het vak, ook buiten de zaaltjes waar beroepshalve de interactie plaatsvindt.
7 Leiden en ondersteunen
'Wij als Facilitator doen je hetzelfde als een jazzmuzikant. Soms nemen we “the lead” en soms zijn we ondersteunend. Iedereen voegt toe aan het proces wat nodig is.'
Vind je dit interessant?
De theorie is afkomstig uit het boek: Organisational Improvisation (o.a. Ken Kamoache)